Massaproductie en massaconsumptie
In de vroege 20e eeuw was het voor beleidsmakers over de hele wereld duidelijk dat een gezonde economie inhield, dat veel van hun burgers zowel consumeerden als produceerden. Het rondgaan van geld binnen de economie van het land verhoogde de rijkdom en kon bovendien bijdragen aan het vormen van een sociale identiteit. De kapitalistische ondernemingen richtten zich in deze tijd steeds meer op het produceren van betaalbare goederen voor het volk. Zo is onze consumentenmaatschappij ontstaan, met grote gevolgen voor ons dagelijks leven.
De Tweede Industriële Revolutie
Een aantal technologische doorbraken maakten rond de eeuwwisseling goedkopere en snelle productie in fabrieken mogelijk. De ontwikkeling van de elektrische dynamo en de mogelijkheid om op grote schaal sterk staal te maken waren twee van de belangrijkste. Uitgebreide spoorwegen en grote, sneller stoomschepen maakten het vervoer van grondstoffen en consumptiegoederen veel efficiënter dan vroeger.
Op grote schaal gedrukte kranten, telegraafnetwerken en de nieuwe telefoon maakten het uitwisselen van nieuws en ideeën mogelijk. Daardoor werd de mens steeds bewuster van de mogelijkheid om werkbesparende en luxegoederen te koop. Tegelijk ontstond er een sterker klassenbewustzijn en de behoefte om zich naar nieuwe modes te voegen. Het kopen van goederen werd een belangrijke manier om klasse, status en persoonlijke overtuigingen uit te dragen.
Standaardisatie en de productielijn
Voor 1900 werden de meeste goederen één voor één gemaakt. Elke schoen, theepot of karrenwiel was uniek, en de onderdelen ervan waren gemaakt om samen één geheel te vormen. Nu begonnen steeds meer ondernemers met het doorvoeren van productieprocessen waarbij producten werden samengesteld uit inwisselbare onderdelen. Dit was onder andere mogelijk door nauwkeurig werkende machines en betere materiaalkwaliteit.
Door deze standaardisatie kon een geweer nu worden samengevoegd uit willekeurig gekozen onderdelen die praktisch identiek waren. Dit maakte het opzetten van de productielijn mogelijk. In plaats van dat elke arbeider werkzaam was in het hele proces van het maken van één complex artikel, werd elke stap in dat proces nu door dezelfde specialist uitgevoerd. Henry Ford was één van de bekendste gebruikers van de productielijn in zijn autofabriek. Door het gebruik daarvan kon hij de productieduur van één auto terugbrengen van 12 uur tot 2,5 uur.
Gevolgen
Uit de nieuwe, modernere fabrieken van de vroege 20e eeuw kwamen de goederen, gereedschappen en infrastructuur die onze moderne samenleving hebben gevormd. Elektrische apparaten, comfortabele meubelen, moderne geneeskunde, veilig drinkwater, massacommunicatie en benzinevoertuigen zijn maar de top van de ijsberg.
Het verhogen van ons consumptieniveau heeft absoluut flinke nadelen meegebracht, waaronder uitbuiting van arbeiders, kolonialisme, industriële oorlogsvoering en vernietiging van de natuur. Aan de andere kant heeft het nuttige en geliefde goederen tot de beschikking van miljarden mensen gesteld, heeft het armoede en honger in de Westerse wereld grotendeels uitgebannen en de levensverwachting doen stijgen, en heeft het het levensgeluk van velen sterk verhoogd.